Kunstmatige intelligentieplatforms, zoals ChatGPT, worden wereldwijd veel gebruikt in universiteiten en scholen. Nu we bijna een jaar na de lancering zijn, uiten studenten aan de EUR enthousiast hun perspectieven op ChatGPT en de impact ervan op het onderwijs.
Diverse reacties op de integratie van AI
Hoewel de Communicatie- en Mediastudent aanvankelijk een positieve ervaring had, vinden ze het platform nu niet langer nuttig. Met bezorgdheid uiten ze de vraag: “Waarom zou ik het gebruiken als ik als student iets nieuws probeer te leren?” Ze geloven dat het maken van fouten een cruciaal onderdeel is van het leerproces en dat het gebruik van AI voor opdrachten dit waardevolle aspect omzeilt. Lina, een 21-jarige masterstudent in Commercieel Recht, gebruikt ook spaarzaam AI, voornamelijk als ‘inspiratiebron’ voor onderwerpen van opdrachten. Ze gaat er voorzichtig mee om om plagiaat te voorkomen.
Beide studenten zijn het erover eens dat universiteiten generatieve AI selectief moeten gebruiken, voornamelijk als een zoekinstrument voor informatie en ideeënontwikkeling in plaats van voor het produceren van academische teksten. Lina stelt: “Wat betreft onderwijs vind ik ChatGPT problematisch omdat het niet voldoet aan het academische doel. Het is cruciaal om te leren hoe je zelfstandig onderzoek kunt doen en autonoom kunt schrijven.”
Perspectieven op de Democratie van Kennis.
Aan de andere kant beschouwt Chiara, een 24-jarige student die momenteel een premasteropleiding volgt in Media, Cultuur en Samenleving, de AI-chatbot als een onschatbare tool die het potentieel heeft om kennis te democratizeren voor iedereen. Tijdens haar stage begon ze ChatGPT te gebruiken en erkende al snel de immense waarde ervan bij het overbruggen van onderwijs- en maatschappelijke kloven door toegang te bieden tot een enorme hoeveelheid gegevens en informatie.
Desalniettemin waarschuwt Chiara voor de gevaren van het blindelings accepteren van informatie die wordt verstrekt door AI. Ze erkent de beperkingen van platforms zoals ChatGPT, die af en toe foutieve gegevens kunnen verspreiden. Bovendien benadrukt ze het belang van het aanpakken van “andere ethische kwesties” die nadenken vereisen, waaronder de herkomst en bescherming van gegevens die worden gebruikt voor algoritmische training.
Het vinden van het perfecte evenwicht tussen regelgeving en bruikbaarheid.
De vraag rijst: moeten universiteiten het gebruik van ChatGPT toestaan? Volgens Chiara kunnen de mogelijke voordelen worden benut als studenten leren hoe ze het op een gepaste manier kunnen gebruiken. Ze betoogt dat een verbod meer schadelijk zou zijn dan regulering, aangezien studenten het hoe dan ook zullen gebruiken, zij het op onbedoelde manieren.
Universiteiten zijn momenteel bezig met het integreren van AI-platforms zoals ChatGPT. In deze context werpen de diverse perspectieven van studenten licht op het belang van het aannemen van een gebalanceerde benadering. Er is een doorlopend debat over of deze hulpmiddelen het leerproces belemmeren door kritisch denken te vervangen of dienen als krachtige tools die toegang tot kennis vergroten. Terwijl onderwijsdeskundigen en instellingen worstelen met deze vragen, blijft de rol van AI in het onderwijs een onderwerp van voortdurende en prikkelende discussie.